zaterdag 24 juli 2010

Santiago!

Het is alweer vijf dagen geleden dat ik met Mirko de laatse kilometers aflegde naar Santiago. Om 5.55 uur liepen we een enorm donker bos binnen zonder zaklamp, zonder maan in de mist. op de tast, langzaam vooruitschuifelend liepen we het bos in. Eenmaal het bos uit en twee dorpen door kwamen we bij een bar waar het al snel volstroomde met pelgrims. Wat een verschil met de dagen voor Saria (het startpunt voor honderden Spanjaarden, de laatste mogelijkheid om hun Compostela in Santiago te halen), toen we met enkele tientallen pelgrims liepen. Veel vreemde gezichten, veel Spanjaarden.
Bij de Monte de Gozo, 5 km voor Santiago, zouden we normaal gesproken de kathedraal al moeten kunnen zien. Toen wij iets voor tienen arriveerden was heel de stad in mist gehuld, helaas. 5, 4, 3, 2, 1... en een uur later stonden we voor de kathedraal en werden we met open armen ontvangen door de Estse Julia en Maria en Ricardo. Snel een refugio gezocht, naar de kathedraal gerend om de pelgrimsmis van 12 uur bij te wonen. De kerk was bomvol. Eerst werden alle pelgrims opgesomd die die dag waren binnengekomen, daarna volgde de mis. Aan het eind werd het gigantische wierookvat aangestoken en door drie mannen aan lange touwen heen en weer gezwierd. Indrukwekkend.

Daarna kwamen we de ene bekende pelgrim na de andere tegen. Irina stond op het punt om naar Finisterre te gaan, ze was de dag ervoor aangekomen. De Italiaanse dame die ik in Bayonne al had ontmoet en die zoveel problemen had met haar voeen dat ze eerst niet verder wilde gaan stond in het midden van het grote plein voor de kathedraal. Veel verder dan ´ciao´ gingen onze conversaties niet maar het was geweldig om haar weer te zien. De Spaanse Raoul die mij figuurlijk de berg naar O´Cebreiro had opgetrokken was er ook en ik kon hem nu een biertje terug geven die wij onderweg hadden gedronken. Een paar uur later, na het ophalen van de Compostela, het officieel bewijs, klonk er een koor van stemmen vanaf een terras door het nauwe straatje ´Mariah!´. Daar zaten Yuki, Yoshi, Robert en Gerhard op een terras. Nog geen paar minuten daarvoor hadden ze gefilosofeerd over waar ik zou zijn.
Het weerzien met Gerard (links) en Robert (rechts).

















Wijn werd aangerukt en we toosten op het weerzien en het feit dat we in Santiago waren aangekomen. Twee weken had Yoshi overal gezocht naar Yuki, die achter was gebleven omdat ze ziek was geworden. Hoewel we allemaal in de veronderstelling waren dat ze nog ziek was, bleek zij ons ergens te hebben ingehaald en ze kwam twee dagen eerder in Santiago aan.

´s Avonds gepicknickt in het park met Mirko, hij moest de dag erna naar huis, en tot net voor sluitingstijd van de refugio bier gedronken in een bar. Omdat het ons allebei ontbrak aan richtingsgevoel riepen we aan de verkeerde kant de stad uit, van de refugio af. Gelukkig hielp een man ons uit de brand en kwamen we alsnog op de plek van bestemming. Een kwartier te laat, wat mij hartkloppingen bezorgde (vreselijk die curfews), maar gelukkig werd de deur opengedaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten