Druk onderweg? Of mooie gelegenheden om nieuwe mensen te ontmoeten, je hart te luchten, lekker te klagen over de pijn die door je lichaam lijkt te wandelen, eten en drinken mee te delen? Nog steeds kom ik iedere dag medepelgrims tegen die ook in Saint Jean zijn begonnen. We lopen min of meer dezelfde etappes en soms raken ze een of meer dagen uit het zicht, soms zie je ze elke dag. Herbergen zijn goede gelegenheden om bij te kletsen, samen te koken, medicamenten uit te wisselen (sommige pelgrims zijn wandelende apotheken, erg handig als je onderweg iets nodig hebt) of de laatste roddels door te nemen. Omdat iedereen verschillende etappes aflegt, is het vrij eenvoudig te achterhalen waar een bevriende pelgrim zich bevindt. Ook nieuwtjes over pelgrims doen snel de ronde. Het geeft een fijn gevoel van geborgenheid dat je weet dat er mensen achter je lopen en voor je lopen. Iedereen steunt elkaar, zegt gedag en wenst je een Buen Camino.
Soms blijft het lot van een pelgrim langs in het ongewisse. Zoals Ray, een vriendelijke Amerikaan die onderzoek doet naar pelgrimsliteratuur. Ik dineerde met hem in Saint Jean en we spraken over zijn onderzoek en mijn tentoonstelling. Hij had minstens 20 kilo in zijn rukzak (veel boeken) en was behoorlijk fors. Van medepelgrims wist ik dat hij uiteindelijk de Pyreneeen over is gekomen en twee dagen moest bijkomen in Roncesvalles. Drie weken was er radiostilte en waar kom ik hem tegen? In Astorga, in het museum over de Camino. Hij blijkt de hele weg te voet te hebben afgeleged. Sommige mensen zijn veel sterker dan je op het eerste gezicht denkt. Het gaat hier niet om de perfecte lichamelijke conditie. Santiago kan iedereen halen, maar de weg eraartoe is het belangrijkste.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten