zaterdag 17 juli 2010

Meet your enemy

Na een indrukwekkende mis in de kerk van het klooster in Samos met een geweldig Gregoriaans ´concert´ heerlijk geslapen in de kloosterrefugio. Vroeg opgestaan omdat mijn Mexicaanse buren met veel bombarie om 5 uur vertrokken. Bij het opstaan bleek een van mijn slippers verdwenen. Vast in het donker meegenomen door de Mexicaanse vader. ´Zie je wel, je kunt je spullen nooit met een gerust hart achterlaten.´ Gelukkig bleek mijn Spaanse buurman zijn enorme tas op mijn slipper te hebben gezet. De eerste kilometers legde ik alleen af in het donker. Ergens moest ik rechtsaf slaan het donkere os in, maar waar? Gelukkig stond er na drie kilometer een heldergele pijl op de weg.

Niet veel later werd ik opgeschrikt door blaffende honden. ´Zie je wel, die wilde honden bestaan echt en nu loop ik hier alleen, zonder stok. In velden of wegen geen andere pelgrim te bekennen´ De wilde hond bleek een schattige langharige schoorhond op zoek naar een vriendelijke pelgrim die hem hartstochtelijk wilde knuffelen. Hij kroop zowat op schoot en wilde mij al kwispelend het bos in volgen. ´Wat nou, wilde honden?´ Nog geen kwartier later begon er een andere hond te blaffen. Gelukkig bleek het enorme beest veilig achter een groot hek te zitten.

Mijn hartslag daalde langzaam. Tot de volgende bocht... Een enorm beest kwam op mij af gelopen. Een bek vol kwijl, grote tanden, rooddoorlopen ogen. Eerst kwispelde hij. Niet veel later begon hij mij van top tot teen te besnuffelen. Hij duwde mij met zijn grote kop naar de kant van de weg en liet mij niet door. Wat nu? Hij begon tegen mij aan te springen en in mijn tas te snuffelen op zoek naar eten. Hij werd steeds agressiever. Langzaam probeerde ik naar het grote huis te lopen in de hoop daar hulp te vinden. Gelukkig stak de sleutel aan de buitenkant in het slot. Ik draaide de sleutel om en dook snel naar binnen. De snuivende hond wist ik buiten dte houden. Al roepend ging ik de vele donkere kamers af. Hoewel het nog maar hlf 8 moest zijn, was er niemand meer thuis.

Af en toe opende ik snel de voordeur om te zien of er andere pelgrims langskwamen om mij te redden. Helaas. Zou ik hier de hele dag moeten wachten op de bewoners? Ineens kreeg ik het idee om een van de twee enorme koelkasten te openen. Hij was bomvol en op de bovenste plank stond een grote schaal met rauw vlees. Ik pakte een groot stuk, opende de deur en net voor de tuin op de weg stond een jonge vrouw. Met de hond. Ik schreeuwde naar haar of ze bang was (stomme vraag). En ze antwoordde dat ze inderdaad doodsbang was. Ik zwaaide met het vlees en riep `I have meat`. Waarop de hond naar mij toe kwam en ik het stuk snel naar links gooide. Ik rende naar de vrouw die rechts op de weg stond en samen renden we keihard weg.

De hele dag hebben we pelgrims gevraagd of ze de agressieve hond ook hadden gezien. We kregen telkens twee antwoorden. Of ze hadden uberhaupt geen hond gezien of ze zagen hem wel maar hij lag heerlijk rustig in de tuin. Nagenietend van het stuk vlees...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten