De eerste etappe zou het zwaarst zijn, maar de daaropvolgende vonden wij zwaarder. Door de vele regen was alles modderig en moest je erg goed uitkijken waar je je voeten neerzette. Daardoor was mijn hoofd tijdens de eerste wandeldagen meteen leeg. Je had niet eens de mogelijkheid om ergens aan te denken. Helaas kwamen de gedachten om 22 uur, wanneer de lichten uitgingen, dan ging er een knop om en begon ik te denken, denken, denken. Om 6 uur gingen de lichten weer aan en haastte (bijna) iedereen zich zo snel mogelijk om te vertrekken.
Hoewel wij (Agneta en ik) de tweede dag vrij laat waren, haalden we zoveel pelgrims in dat we 2 uur eerder aankwamen in Larrasoaina dan mijn boek ons voorschreef. Onderweg kwamen we Robbert tegen die ons gezellig vergezelde. Alle pelgrims die we tegenkwamen werden enthousiast begroet en de sfeer was erg goed, veel gelachen. In the middle of nowhere toen we achter de Koreaanse jongen liepen (is het een militair? hij loopt zo stijf) dook er ineens een cameraploeg op. Wij werden gemaand door te lopen en de ploeg probeerde de Koreaan te ondervragen. Hij liep stug door. Eerder vertelde hij dat hij bokste en taekwando deed. Was hij een beroemde kampioen? een bekende filmster in Korea? Een prins? Wij besloten dat hij onze Koreaanse prns was. We besloten hem de volgdende dertig dagen te volgen om het uit te vinden. We gaan tenslotte allemaal dezelfde kant op. Dit mislukte jammerlijk al op de eerste dag. Agneta zette de pas erin en ik volgde wat later. Robbert werd de hekkensluiter. De Koreaan liep ergens tussen ons in. Ineens was hij weg, spoorloos. Pas na twee dagen zagen we hem weer. Opgelucht dat hij niet in het niets was opgelost...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten